Oprichter Santulli Orthopedie Antonio Santulli: "Het is niet moeilijk maar ook niet makkelijk!"
Een begrip binnen de orthopedische schoenenbranche met veel tevreden klanten die er al jaren hun schoenen laten maken: Santulli Orthopedie. Leonie Huinink - werkzaam bij het bedrijf - en De Schoenwerkplaats spraken met Antonio Santulli (85), oprichter van deze prachtige zaak. Hij is nog elke dag te vinden aan de Wakkerstraat in Amsterdam.
U bent opgegroeid in Solofra, een leerlooiersdorp in zuid Italië. Op welke leeftijd maakte u kennis met het vak? Door wie raakte u geïnspireerd?
Ik was elf en de oorlog was net voorbij. Mijn vader en moeder hadden negen kinderen. Twee zusjes van me zijn tijdens de oorlog overleden aan meningitis. Mijn vader werd meegenomen naar Duitsland, dus mijn moeder stond er alleen voor met alle kinderen. Toen mijn vader terugkwam was hij al zijn tenen verloren. Ik ben daarom deels opgevoed door mijn opa en oma. Mijn opa, de tweede man van mijn oma, was schoenmaker, hij heette Vincenzo Russo. Naast de reparaties maakte hij ook echte handgemaakte schoenen; daar kwam toen nog geen machine aan te pas.
Toen ik dertien jaar was heb ik mijn basisschool (“elementaria”) afgemaakt. Via een pastoor kwam ik in aanraking met een instelling in Turijn, daar woont ook een zus van mij. Bij die instelling, Cottolengo, waren ze gespecialiseerd in het verzorgen van misvormde kinderen. Daar werd ook geprobeerd die kinderen weer te laten lopen. Ik moest heel erg wennen in het begin. Ik heb er de opleiding tot orthopedisch schoenmaker gevolgd en ben er tot mijn 22e gebleven. Ik heb er veel meegemaakt.
Hoe bent u in Amsterdam terechtgekomen?
De directeur van de instelling in Turijn kreeg een bericht uit Nederland met de vraag of ze een schoenmaker hadden voor het toenmalige Wilhelmina Gasthuis hier in Amsterdam. Er was ook nog eenzelfde verzoek uit Amerika, maar Nederland was makkelijker dus ik koos voor Amsterdam en ging aan het werk bij het Wilhelmina Gasthuis.
In die tijd ben ik ook naar school gegaan in Den Bosch (Koning Willem I-college) om de opleiding voor orthopedisch schoenmaker te volgen. Ik had mijn diploma’s al gehaald in Italië, maar deze werden in Nederland niet erkend. Overdag was ik aan het werk en ’s avonds ging ik naar school. Tijdens de lessen kwamen er orthopedische specialisten met klanten langs. Een klant vroeg of ik hem wilde helpen, dit deed ik natuurlijk. Hij was daar zo blij mee dat hij mij aanspoorde om voor mijzelf te beginnen, maar daar had je papieren voor nodig: een middenstandsdiploma en het vakdiploma. Het eerste praktijkexamen maakte ik in Roermond in een klooster, in 1977. Daar was een werkplaats, ik weet niet meer hoe het heette. De schoen die ik maakte staat nu nog in de winkel. Deze schoen is helemaal met de hand doorgenaaid - daar kreeg ik een tien voor, maar voor het schriftelijk examen kreeg ik een vier. Toen heb ik in Duitsland een aanvullende cursus gedaan, een jaar daarna heb ik het Nederlandse examen opnieuw gedaan en toen ben ik geslaagd. Dit was in 1977.
Leonie: wat was het verschil tussen de opleiding in Italië en in Nederland?
In Italië was het heel erg anders. Er werd veel meer praktisch opgeleid, je moet wat doen, je moet mensen eerst laten lopen, dan kunnen ze het daarna zien en oordelen. In die tijd moest je in Nederland bijvoorbeeld naast het vakdiploma een middenstandsdiploma behalen om je eigen zaak in de orthopedie te mogen hebben. Omdat ik een onvoldoende had voor mijn schriftelijk examen ben ik met een slimme vriend - een van mijn leukste klanten - naar het ministerie van onderwijs in Den Haag gegaan om alsnog toestemming te krijgen mijn eigen bedrijf te starten. Zij hebben mij toen toestemming gegeven voor één jaar.
Hoe heeft u uw eigen bedrijf opgebouwd?
Nadat ik bij het Wilhelmina Gasthuis vertrok heb ik nog drie jaar voor Hautzer Orthopedie gewerkt. Daarna was ik toe aan iets voor mezelf. Ik kwam toen een pand tegen op de Ringdijk, nummer 11, zadelmakerij Koehof. Met een lening van 20.000 gulden heb ik dit kunnen kopen. Daar kon ik mijn eigen schoenmakerij beginnen. Projectontwikkelaar Maup Caransa stond garant! Daarna kwam er een pand vrij aan de Wakkerstraat 20. Na weer een tijdje ben ik naar nummer 2 verhuisd, daar zat toen Drukkerij Van der Linden, ik kende hem al. Ik heb toen dat pand overgenomen voor 175.000 gulden, ook weer met een lening. En zo is het gegaan.
Mijn zoon Claudio was nog jong, een jaar of zeventien, toen hij van mij in de zaak aan de slag moest. Gelukkig wilde hij dat zelf ook, dat zag ik meteen. Toen ik ziek werd en geopereerd moest worden aan mijn hart was mijn oudste zoon Gino aan het werk op een schip in Amerika. Een van mijn personeelsleden van toen wilde de zaak wel overnemen, maar ik wilde de zaak niet verkopen, ik wilde gewoon door! Hij is toen ergens anders gaan werken. Gino is toen teruggekomen naar Nederland. Drie maanden na mijn revalidatie vroeg ik hem wat hij wilde doen. Ik heb altijd gehoopt dat het een familiebedrijf zou worden, dat mijn zoons het zouden overnemen. Gino kwam opnieuw terug en Claudio en hij hebben samen de zaak draaiende gehouden.
Wat is de succesfactor van Santulli Orthopedie?
Ik heb altijd gewerkt, gewerkt en gewerkt. Mijn vak is mijn leven, ik stop al mijn liefde erin. Alles wat ik verdiende stopte ik weer in de zaak. Mijn vrouw Rita heeft ook keihard gewerkt. We waren samen altijd bezig. Ik had inkomen nodig en ging ’s avonds naar school. In de beginjaren heb ik voor de KLM koffers en tassen gemaakt. Ook heb ik eens lingerie gemaakt: een slip en een beha, wel van zacht leer natuurlijk. Ook maakten we gereedschapsholsters voor de gemeente. Ik pakte alle klussen aan. Ik kreeg later ook een boel bekende en bemiddelde klanten; Ajacied Michael van Praag, artiest Willy Walden, voetballer Sjaak Swart, acteur Piet Römer… en ik heb rijlaarzen gemaakt voor Maup Caransa.
Leonie: wat vind je het leukste aan het maken van schoenen.
Alles, van het begin tot eind. Wij maken alles, ik heb dus ook alles zelf moeten doen. Alles met de hand genaaid. Ik heb ook wel eens ander werk gedaan maar schoenen zijn echt het leukst. Het is fijn, met je handen, echt iets maken. Ik ben trots. Ik ben het nog nooit zat geweest.
Nu hoef ik niet meer te werken om te leven maar ik vind het leuk om op de zaak te zijn en met de mensen om me heen. Thuis verveel ik me maar en het is gezellig met alle collega’s. Nogmaals; mijn vak is mijn leven, ik stop al mijn liefde erin.
Er is de afgelopen decennia veel veranderd. Wat zijn de grote verschillen tussen toen en nu? Hoe kijkt u tegen deze veranderingen aan?
Vroeger en nu zijn niet te vergelijken. Wij maakten alles met de hand, van begin tot eind en ook nog de reparaties. Ik heb vroeger voor mijn moeder ook weleens laarzen ingenomen en allemaal toestanden erbij. En bij mij zit het er allemaal in, dit leerde ik toen ik klein was en als ik het niet goed deed kreeg ik op mijn donder van mijn grootvader. Een groot verschil met vroeger is ook de afzuiging. Vroeger zat je onder de stof en de lijm. En de materialen zijn ook erg veranderd: er zijn veel meer verschillende materialen te koop en die worden soms ook al kant en klaar aangeboden. Vroeger ging ik elke zomer naar Italië om vakantie te vieren in mijn zomerhuisje. Ik reed dan met de auto naar Florence naar leerlooiers en schoenenfabrieken. Tegenwoordig bestellen en communiceren we alles via de computer. Dat kan toch niet. Een neef van mijn vrouw had een leerlooierij, we gebruikten nog heel lang de voering uit zijn fabriek.
Klanten zijn ook veel mondiger en eigenwijzer geworden. Ze willen veel meer poespas en rare dingen. Claudio doet het erg goed, hij pakt het wel heel anders aan dan ik; hij besteedt nu dus ook veel aandacht aan de klanten. Ik vond; de schoen moet goed zitten en dan klaar. Maar hoe hij het doet is ontzettend goed, ik ben erg tevreden. Het gaat nu ook heel goed!
Als u het voor één dag allemaal mocht bepalen wat zou u dan veranderen?
Mijn zoon heeft het nu overgenomen, ik ben niet meer van deze tijd. Maar er zijn heel veel dingen die ik wil veranderen. Ik vind het bijvoorbeeld verschrikkelijk als mensen de hele tijd met hun telefoon bezig zijn of zitten te bellen.
Op welke creatie bent u het meest trots?
Mijn eindexamenwerkstuk!
Wat is uw tip voor schoenmakers die een eigen onderneming willen starten?
Begin klein en investeer je verdiende geld in het bedrijf. Eerst moet je klanten hebben. Leer alle voettypes kennen, goed luisteren en overleggen met de klant. Je moet natuurlijk met een goede plek beginnen, goede machines en topkwaliteit materialen. Ook is het belangrijk dat je goede ideeën hebt en je eigen ding gaat doen. Het is niet moeilijk maar ook niet makkelijk.
Wat vindt u van De Schoenwerkplaats? Leonie legt uit: een soort bemiddelingsbureau voor schoenmakers.
Ah, leuk.
Ben je, net als Antonio, enthousiast over ons platform en op zoek naar een schoenmaker voor het maken van een paar schoenen? Plaats je oproep en kom in contact.